De presentatie van een urenregistratie in de bouwsector

Een urenregistratie is geen zeldzaamheid meer in de bouwsector. Volgens de VOB/B (Vergabe- und Vertragsordnung für Bauleistunden Teil B: Allgemeine Vertragsbedingungen für die Ausführung von Bauleistungen) wordt arbeid op basis van uurloon echter alleen vergoed in gevallen waarin dat vóór de aanvang van de werkzaamheden uitdrukkelijk is overeengekomen. Wanneer er sprake is van een stilzwijgende afspraak over uurloon, is niet zeker.

Het Oberlandesgericht Köln moest zich aan het begin van het jaar (04-01-2021) uitspreken over een zaak hierover. In deze zaak werd een onderaannemer door een opdrachtgever belast met stukadoorswerkzaamheden. Daarvoor waren eenheidsprijzen overeengekomen die ook alle extra vergoedingen dienden te omvatten. Voorts werd overeengekomen dat extra werkzaamheden op uurloonbasis wegens onvoorziene werkzaamheden na overleg met degene die het bouwtoezicht heeft (Bauleitung) zouden worden verricht.

Voor de later door de opdrachtnemer verrichte werkzaamheden is aan de opdrachtgever een urenregistratie overgelegd, waarop een uurloon stond van € 38,50. De opdrachtgever heeft deze rekening niet betaald. Als reden werd opgegeven dat met de Bauleitung juist geen afspraken waren gemaakt over deze werkzaamheden en de factuur. De opdrachtnemer betoogde dat juist door de aanvaarding van de urenregistratie, de overeenkomst inzake het uurloon impliciet en effectief is aanvaard.

Het Oberlandesgericht Köln heeft dit verworpen. Er is geen impliciete overeenkomst over het uurloon tot stand gekomen. Het is evident en noodzakelijk dat kan worden bewezen dat voor de werkzaamheden concreet opdracht is gegeven. Door eenvoudig een urenregistratie te overleggen, ontstaat geen aanspraak op grond van de VOB. Dit wordt ook ondersteund door de bestendige rechtspraak van het Bundesgerichtshof. Volgens het Hof moeten urenregistraties niet worden beschouwd als een stilzwijgende overeenkomst achteraf, zelfs als zij zijn afgetekend.

Tip: Het feit dat er geen aanspraak op vergoeding op grond van de VOB bestaat, betekent niet dat er geen andere aanspraken meer bestaan. In deze gevallen kunnen onder bepaalde omstandigheden aanspraken ontstaan volgens de beginselen van de "Geschäftsführung ohne Auftrag" - het verrichten van werkzaamheden zonder daartoe opdracht te hebben gekregen. Of dit het geval is, zal in elk afzonderlijk geval moeten worden beoordeeld.

Geschreven door

Udo Croonenbrock 23 mei 2022

Bekijk onze andere gerelateerde blogs