Overtreding voorschriften ter voorkoming van ongevallen

Duitse ARBO-wetgeving: Wanneer moet de uitvoerder de door de Berufsgenossenschaft uitgekeerde bedragen na een bedrijfsongeval vergoeden?

Het probleem

In geval van een bedrijfsongeval is degene die verantwoordelijk is voor de veiligheid van een bouwplaats aansprakelijk voor de kosten die de Bauberufsgenossenschaft maakt, als hij het ongeval opzettelijk of door ernstige nalatigheid heeft veroorzaakt (SGB VII pagina 110, lid 1 eerste zin). 

De vraag die hierbij moet worden beantwoord is of er altijd sprake is van ernstige nalatigheid als het ongeval het gevolg is van een overtreding van een voorschrift ter voorkoming van ongevallen.

Casus

De medewerker van een schildersbedrijf valt in het trappenhuis van een ruwbouw van een onbeveiligde bouwtrap uit een hoogte van 50 cm van de derde trede en raakt daarbij ernstig gewond. De Bauberufsgenossenschaft stelt later de eigenaar van het bedrijf, die tegelijkertijd de taak van uitvoerder had, aansprakelijk voor de kosten van behandeling en genezing, en onderbouwt de aansprakelijkheid met het argument dat hij ernstig nalatig is geweest. De Bauberufsgenossenschaft verwijst daarbij naar het toepasselijke voorschrift ter voorkoming van ongevallen waarin is voorgeschreven dat bij vrijstaande trappen een valbeveiliging verplicht is bij een valhoogte vanaf 1 meter (UVV BAU, § 12, lid 1 nr. 2). De eigenaar van het bedrijf is van mening dat hij ondanks een mogelijke overtreding van het genoemde voorschrift ter voorkoming van ongevallen niet ernstig nalatig heeft gehandeld en wijst daarom een aansprakelijkheid af.

Heeft Bauberufsgenossenschaft recht op schadevergoeding?

De uitspraak

Het Bundesgerichtshof heeft deze vraag met vonnis van 21-07-2020 ontkennend beantwoord.

Een "grove nalatigheid vereist een objectief ernstige en subjectief onvergeeflijke inbreuk op de zorgvuldigheidseisen in het verkeer". Een dergelijke schending moet van een ongewoon hoge graad zijn, d.w.z. dat er sprake moet zijn van een " overduidelijk onvergeeflijke plichtsverzuiming ".

“Uitsluitend op grond van de overtreding van de geldende voorschriften ter voorkoming van ongevallen, kan iemand geen ernstige nalatigheid worden verweten. Niet iedere overtreding van de toepasselijke voorschriften ter voorkoming van ongevallen kan als ernstige nalatig handelen als bedoeld in SGB VII, pagina 110 worden aangemerkt.”

De schending van een voorschrift ter voorkoming van ongevallen wordt alleen als ernstige nalatigheid aangemerkt, wanneer de ontbrekende vereiste uitrusting “om werknemers bescherming te bieden tegen dodelijke risico's” is voorgeschreven.

Een dergelijke beschermingsdoelstelling “kan in elk geval voor het onderste - niet te beveiligen - deel van de trap waar de werknemer vanaf is gevallen, niet algemeen worden aangenomen...".

Advies voor de praktijk

Of de uitvoerder vanwege de schending van een voorschrift ter voorkoming van een ongeval ernstige nalatigheid kan worden verweten en aansprakelijk kan worden gesteld, moet in het concrete individuele geval worden beoordeeld op basis van de criteria die het BGH (Bundesgerichtshof) heeft genoemd. De van toepassing zijnde voorschriften ter voorkoming van ongevallen vormen daarbij een belangrijke maatstaf.

Geschreven door

Udo Croonenbrock 10 maart 2021

Bekijk onze andere gerelateerde blogs