Wettbewerbsregister- verordnung is nu in werking getreden

Met het in werking treden van de Wettbewerbsregisterverordnung (WRegV) zet de Bundesregierung vaart achter de opbouw van het centrale Wettbewerbsregister. In het register worden bepaalde economische strafbare feiten geregistreerd, zoals witwassen, omkoping of belastingontduiking.

Het is de bedoeling dat via de elektronische weg kan worden nagegaan of medewerkers zich in het verleden aan witteboordencriminaliteit schuldig hebben gemaakt, waarvoor de onderneming verantwoordelijk is gesteld. Tot voorheen moesten hiervoor meerdere decentrale aanvragen worden ingediend, die niet altijd betrouwbare informatie opleverden. Met de invoering van het register moet dit worden geoptimaliseerd.

Zodra het register in gebruik wordt genomen, zijn aanbestedende overheidsdiensten vanaf een opdrachtwaarde van € 30.000 verplicht om in het register te toetsen of een onderneming zich aan de wet houdt. Als daarin een vermelding te vinden is, moet worden getoetst of de onderneming daarom zal worden uitgesloten van de aanbesteding. De uitsluitingsgronden zijn te vinden in het Gesetz gegen Wettbewerbsbeschränkungen (Duitse wet inzake mededingingsbeperkingen, GWB).

Het register is ondergebracht bij het Bundeskartellamt in Bonn. De nieuwe verordening regelt hoe aanbestedende overheidsdiensten het register moeten of kunnen raadplegen. Zij moeten zich hiervoor via het online loket (Registerportal) registreren. Daarnaast wordt precies beschreven welke gegevens de raadplegers bij registratie en concrete vragen moeten opgeven.

Interessant is dat ondernemingen die regelmatig aan aanbestedingsprocedures deelnemen de mogelijkheid hebben om informatie over hun eigen onderneming op te vragen (zogeheten Selbstauskunft). Een onderneming kan zo te allen tijde nagaan, welke gegevens de aanbestedende overheidsdiensten bij een aanvraag te zien krijgen en of zij gevaar lopen om eventueel te worden uitgesloten.

Verder legt de nieuwe Wettbewerbsregisterverordnung (WRegV) vast, in hoeverre met mededelingen van een onderneming over zelfreinigende maatregelen op grond van fouten in het verleden rekening moet worden gehouden. Zo moeten meldingen over zelfreinigende maatregelen betrekking hebben op een concrete vermelding in het register en moet worden aangegeven welke stappen er concreet zijn gezet. De verordening biedt het Bundeskartellamt uitgebreide rechten om documenten en rapporten over zelfreinigende maatregelen op te vragen. Ondernemingen hebben zo de mogelijkheid om eventuele registraties in het register te laten verwijderen. Zij moeten daarbij echter aan hoge eisen voldoen.

Ook zonder dergelijke maatregelen worden na het verstrijken van een bepaalde termijn de registraties verwijderd. Dit gebeurt echter pas nadat een aantal jaren is verstreken. Om hoeveel jaren het gaat, hangt af van de registraties. Een onderneming hoeft dus niet op eigen initiatief zelfreinigende maatregelen te nemen. Maar aanbestedende diensten zullen waarschijnlijk een tijd lang geen opdrachten aan de onderneming gunnen.

De opbouw van het register is ondanks de inwerkingtreding van de verordening nog niet afgerond. Aanbestedende overheidsdiensten zijn dus nog niet verplicht om het register te raadplegen. Het doel is echter om het register nog dit jaar in gebruik te nemen. Zes maanden later zijn de aanbestedende overheidsdiensten dan volledig verplicht om het register te raadplegen. Het staat hen echter vrij het register al eerder te raadplegen.

Geschreven door

Udo Croonenbrock 11 juni 2021

Bekijk onze andere gerelateerde blogs