Kunnen leveranciers het leveringscontract aanpassen of opzeggen wegens gestegen inkoopkosten? Overal op de wereldmarkt schieten de prijzen van diverse grondstoffen omhoog. Of het nu gaat om hout, metalen, olie of andere stoffen, ze worden nu verhandeld tegen prijzen die enkele maanden geleden nog als veel te hoog werden beschouwd.
Dit levert aanzienlijke problemen op voor leveranciers als ze deze grondstoffen willen inkopen. Want terwijl de inkoopkosten zijn gestegen, blijft de contractueel overeengekomen leveringsprijs voor hun eigen klanten vaak dezelfde.
Daarom houden veel leveranciers zich bezig met de volgende vraag: kan ik van mijn afnemers een aanpassing van de verkoopprijs verlangen? Als de klant niet akkoord gaat met een prijsaanpassing, kan ik dan op zijn minst het contract beëindigen?
In principe zijn overeenkomsten naar Duits recht bindend. Als de leverancier geen aanpassingsclausule in het contract is overeengekomen, moet hij leveren tegen de overeengekomen prijs, zelfs als de inkoopkosten aanzienlijk zijn gestegen. Het economische risico ligt bij hem. Daarom zouden leveranciers altijd vanaf het begin aanpassingsclausules in het leveringscontract moeten opnemen om zich te beschermen tegen de onvoorspelbaarheid van de wereldmarkt voor grondstoffen. Hierdoor kan er op een flexibele wijze rekening worden gehouden met hogere inkoopkosten. Het is ook mogelijk om nog eens over deze clausule te onderhandelen als er al een contract bestaat.
De Duitse wet biedt echter ook verschillende mogelijkheden voor leveranciers die een dergelijke clausule niet zijn overeengekomen. Als de inkoopprijzen zodanig zijn gestegen dat zij niet langer in verhouding staan tot de verkoopprijs, kan de leverancier van zijn afnemers een prijsaanpassing verlangen op grond van Störung der Geschäftsgrundlage - overeenkomst verstoord door onvoorziene omstandigheden. Volgens het Duitse Bundesgerichtshof maakt de verhouding tussen prestatie en tegenprestatie steeds deel uit van de zakelijke basis.
Voor de aanpassing rijst de vraag of de leverancier de onvoorziene omstandigheden qua prijs had kunnen voorzien. De aanzienlijke prijsstijging ondanks de omstandigheden tijdens de pandemie, waarin de mensen in alle landen momenteel leven, kwam voor zeer veel leveranciers volkomen onverwacht en brengt hen nu in de problemen. Afhankelijk van de bedrijfstak en de grondstof was de schok die door de globale prijsstructuur ging min of meer onvoorspelbaar.
Volgens de Duitse rechtspraak moet het voor de leverancier onredelijk zijn om zijn diensten onder de eerdere voorwaarden te blijven verlenen. De onredelijkheid zal vaak reeds worden aangenomen als de leverancier geen winst meer maakt op de leveringen, maar eerder verlies lijdt. Als deze verliezen niet meer door andere bedrijfsactiviteiten kunnen worden opgevangen en op deze manier een bedreiging worden voor het voortbestaan van de onderneming, dan is onredelijkheid in juridische zin nabij. De leverancier heeft dan het recht om van zijn afnemers een prijsaanpassing te verlangen.
Maar niet alle zakenpartners tonen begrip voor de huidige situatie van de grondstoffenleveranciers en verzetten zich tegen elke prijsaanpassing. Veel leveranciers zouden daarom liever bestaande leveringscontracten beëindigen in plaats van verlies met hen te blijven maken.
Indien er sprake is van een gewichtige reden mogen leveranciers ook buitengewoon opzeggen. Zij kunnen reeds bij het verzoek om prijsaanpassing verklaren dat het contract wordt opgezegd als er geen aanpassing plaatsvindt.
Bij de beoordeling van de vraag of een leverancier het recht had om de overeenkomst om gewichtige reden te beëindigen, kijken de Duitse rechters niet alleen naar de verhouding tussen prestatie en tegenprestatie, maar beoordelen zij ook de hele zakelijke relatie tot dan toe. Het is daarom van belang een dergelijke opzegging niet overhaast te doen, maar eerst deskundig advies in te winnen. Want als de leverancier het contract ten onrechte heeft opgezegd, kan de afnemer schadevergoeding van hem vorderen. Leveranciers zouden van tevoren al moeten documenteren welke schade zij zouden lijden als het contract niet wordt beëindigd.